MAGNOLIA KOBUS
Beverboom. Bladverliezende grote struik of relatief kleine boom tot 10 m hoog. Aanvankelijk Piramidaal, nadien bijna rond. Blad: Groen, omgekeerd eirond en 10 -16 cm lang en 5-10 cm breed. Verschijnt pas na de bloei. Bladeren zijn tegenoverstaand. Bloei: Wit met soms roze zweem; stervormige bloemen in maart/april voor het verschijnen van het blad. Diameter tot 10 cm. Pas rijkbloeiend op latere leeftijd. Gezien de vroege bloei vorstgevoelig. Vrucht: In oktober verschijnen sierlijke donkerrode zaaddozen. Na rijping rozerode zaad. Kan op de meeste doorlatende gronden, maar verkiest toch iets zwaardere gronden. Vochthoudend. Heeft een sterk vertakt en diepgaand wortelgestel met vlezige wortels.