MAGNOLIA SOULANGEANA
Beverboom. Bladverliezende grote struik of kleine boom tussen 5 en 8 m hoog en even breed. Aanvankelijk vrij opgaand groeiend, nadien soms breder dan hoog. Meest gekende soort. Blad: Groen, omgekeerd eirond en 10 -15 cm lang. Verschijnt pas na de bloei. Bloei: Witte bloemen met een zachtroze basis, opstaande tot 10 cm hoge tulpvormige bloemen in april tot mei voor het uitlopen van het blad. Op de buitenste bloemblaadjes een roze streep. Vorstgevoelig. Kan op de meeste doorlatende gronden, voldoende vochthoudend, Liefst lichtzuur. Bij alkalische grond verkleurt het blad geel Heeft een sterk vertakt en diepgaand wortelgestel.